Net als elke Baantjerfan heb ik favorieten. Dit keer een deeltje waarin Rotterdam weer een bescheiden rolletje krijgt…
De Cock En Moord A La Carte
Rechercheur De Cock van het aloude politiebureau aan de Amsterdamse Warmoesstraat leunde behaaglijk in zijn stoel achterover en keek met een milde glimlach om zijn lippen naar de jongeman, die op de stoel naast zijn bureau had plaatsgenomen. Hij plukte even aan het puntje van zijn neus en strekte toen zijn vinger naar hem uit.
Rechercheur De Cock heeft een bezoeker. Gert-Jan van Brunschoten (17 jaar) komt uit Rotterdam, zijn vader is daar boekhandelaar, maar Gert-Jan wil wat anders. Hij wil rechercheur worden.
‘Ik lees altijd de boeken, die Baantjer over u schrijft. Ik vind ze geweldig. Echt spannend. Ik zou graag eens samen met u en Vledder een moordzaak willen meemaken… helemaal… van het begin af aan erbij zijn. Dat lijkt me geweldig.’
Waar ik erg van kan genieten in De Cock En Moord A La Carte, is de openingszetten van Appie Baantjer. Gert-Jan van Brunschoten vindt in een oud geschiedenisboek een rechthoekig stuk papier. Het is een menukaart met op de ommezijde een handgeschreven bekentenis van Hendrik-Pieter Donkersloot. Hij zegt dat hij een moord heeft begaan. Alle details in de verklaring komen overeen met een echte, onopgeloste moord. Hendrik-Pieter is onlangs gestorven. Zijn weduwe heeft zijn boekencollectie geschonken aan de vader van Gert-Jan van Brunschoten. De intrigerende vraag is natuurlijk… waarom verborg hij een bekentenis in een boek?
Het raadsel wordt kort daarop groter. De weduwe van Hendrik-Pieter heeft aangifte gedaan van diefstal van de boekencollectie van haar man. Dat beweert in elk geval een neefje van Hendrik-Pieter. Wat is er toch aan de hand? Daarna wordt het nog raadselachtiger. Baantjer houdt mij zo geboeid met De Cock En Moord A La Carte. Als enig minpuntje kan ik noemen dat deze mysterieuze zaak zichzelf als het ware oplost. De Cock krijgt niet zijn gloriemoment als in andere delen van deze leuke serie.