Net als elke Baantjerfan heb ik favorieten. Dit keer een deeltje waarin het De Cock maar niet lukt een lijk te vinden… is er wel een lijk?
De Cock En Een Variant Op Moord (deel 23)
Openingszinnen: ‘Heb je hem begraven?’
Archibald Benschop schudde zijn hoofd. Zijn lange smalle gezicht met ingevallen wangen zag bleek. Een pluk piekerig zwart haar hing voor zijn ogen. Toen hij een sigaret opstak, trilden zijn handen.
‘Ik… eh, ik kon geen geschikte plek vinden.’
De man die voor hem stond, grijnsde.
‘De Kennemerduinen zijn anders groot genoeg.’ Met zijn hoofd een beetje schuin monsterde hij de tengere gestalte van de jonge Archibald. ‘Of ben je het scheppen verleerd… vroeger nooit in een zandbak gespeeld zeker.’
Archibald negeerde het sarcasme.
‘Het ging niet… echt, het ging niet.’
‘Wat heb je dan met hem gedaan?’
‘Niets.’
De man keek hem met grote ogen ongelovig aan.
‘Niets?’ herhaalde hij verbaasd.
Archibald duimde wat nonchalant over zijn linkerschouder.
‘Hij ligt nog steeds in de kofferbak.’
Ik houd erg van de opening van dit verhaal: komt een oud dametje bij De Cock. Vier dagen geleden ontdekte ze het lijk van de heer Vreedenbergh. Hij is het hoofd van een baggeronderneming. Het oude dametje is de weduwe van de conciërge van het kantoorpand en ze woont nog boven de kantoorlokalen. Op een avond maakte ze een ronde door het gebouw en vond een dode Vreedenbergh, zittend in een stoel. Ze wilde naar boven om voor hulp te bellen, maar twijfelde. Was Vreedenbergh echt dood? Ze keerde terug… ontdekte dat het licht uit was… en het lijk was weg! De volgende dag beweert de secretaresse dat de heer Vreedenbergh op vakantie is naar de Bahama’s. Is het waar? Of is Vreedenbergh dood?
Rechercheur De Cock besluit naar Bergen te rijden. Naar de villa van de heer Vreedenbergh om te zoeken naar sporen dat hij op vakantie is. Hij en Vledder bellen aan. Niemand doet open. De Cock tast in zijn jaszak naar het apparaatje dat ex-inbreker Handige Henkie hem ooit schonk: een koperen houdertje met daarin een keur van stalen sleutelbaarden. De Cock opent het slot en het tweetal stapt de villa binnen.
Vledder reageerde niet. Hij voelde zich bedrukt en niet op zijn gemak. In tegenstelling tot De Cock, vond hij het nooit prettig om op een onrechtmatige wijze een woning of gebouw binnen te gaan, maar hij wilde zijn oudere collega niet in de steek laten.
‘We krijgen hier nog eens last mee,’ fluisterde hij wat angstig.
De Cock wuifde de bedenkingen weg.
Ze vinden een paspoort… ten name van… Jean-Paul Vreedenbergh. Vledder stottert: “’Men kan toch niet met vakantie naar de Bahama’s zonder paspoort?” En dan gaat het mis. Plots hoort De Cock een geluid. De buitendeur gaat open, een net geklede heer komt binnen en betrapt de beide speurders!
De Cock En Een Variant Op Moord is een van mijn favoriete detectives van Appie Baantjer. Een echt geheimzinnig mysterie. Wist je dat er ook een rechercheur Klaver in actie komt? Zou het soms familie zijn van Ruben Klaver—van de Rotterdamse recherche? Het is een zware zaak. Aan het eind lacht De Cock bevrijd. De moeheid valt van hem af: “Ik moet je zeggen, dat ik in mijn leven nog nooit zo intens naar een lijk heb verlangd.”
(met dank aan Jan van den Boogaart van E-Pulp Publishers die weer vloeiend Nederlands van mijn tekst maakte)